Het project

Historiek

Het kanaal naar Charleroi, soms ook het ‘Kanaal Brussel-Charleroi’ genoemd, verbindt zoals de naam doet vermoeden, de steden Brussel en Charleroi met elkaar. De aanleg startte in 1827 en vijf jaar later was de klus geklaard. Het verzekerde de Waalse mijnindustrie van een vlotte aansluiting met Brussel en verderop met de haven van Antwerpen. Een belangrijke uitdaging bij de aanleg was het overbruggen van een hoogteverschil van 127 meter. Maar liefst 55 sluizen en een tunnel waren hierop het antwoord.  Ondertussen zijn we bijna 200 jaar verder en onderging het kanaal in verschillende stappen een grondige metamorfose. Telkens met de bedoeling ervoor te zorgen dat steeds grotere schepen het kanaal konden bevaren.  

                   

De meest in het oog springende modernisering was de ingebruikname van het ‘Hellend Vlak van Ronquières’ in 1968. Hiermee werd in één beweging een hoogteverschil van 68 meter overwonnen en kon het aantal sluizen van 55 stuks teruggebracht worden tot 10, wat natuurlijk een grote tijdwinst voor de scheepvaart betekende.  In Vlaanderen dateert de laatste globale vernieuwing van het kanaal van de jaren dertig van de vorige eeuw. Toen werd het kanaal aangepast aan schepen tot 600 ton.

Enkele mijlpalen

Eind 15e eeuw

De eerste plannen voor een goed uitgerust waterwegennet in de Nederlanden worden geopperd. Bedoeling hiervan is de rijke zuiderse gronden in Henegouwen met de havens van Brussel en Antwerpen te verbinden. Er wordt gedacht aan het uitdiepen van de meanderende en ondiepe Zenne tussen Halle en Brussel.

1823 – 1833

In opdracht van de Nederlandse overheid bestudeert de Doornikse ingenieur Jean-Baptiste Vifquain de mogelijkheid van de aanleg van een kanaal tussen Charleroi en Brussel. De nieuwe waterweg zou een welgekomen alternatief moeten zijn voor de grillige Samber en de dito Zenne.  De maatschappij Claessens, Castinel & Compagnie graaft het kanaal naar Charleroi uit voor schepen met een tonnage van 70 ton. 55 sluizen overbruggen het hoogteverschil.

                                             

Jean-Baptiste Vifquain

22 september 1832

Plechtige opening van het kanaal naar Charleroi. De ‘baquets de Charleroi’ – speciaal voor het kanaal ontworpen schepen – zorgen ervoor dat het kanaal snel uitgroeit tot een belangrijke kolenroute.

1833 – 1839

Aanleg van nieuwe aftakkingen van het kanaal.

1854 – 1857

Eerste moderniseringsbeweging op en rond het kanaal voor schepen van 280 ton met uitbreidingswerken aan het kanaal, de aanleg van nieuwe bruggen, de bouw van 6 sluizen en verschillenden bassins.

1879

Enkele sluizen worden buiten gebruik gesteld en afgebroken.

1882 – 1914

Stapsgewijze modernisering van het kanaal voor schepen tot 300 ton.

1930

Het kanaal wordt bevaarbaar gemaakt voor schepen tot 600 ton.

1933

Op het Vlaamse deel verdwijnen de sluizen nabij de Malheydebrug in Lembeek, de Porseleinstraat in Buizingen en de Rampelbergstraat in Lot. Bouw en ingebruikname van de huidige sluizen van Lembeek, Halle, Lot en Ruisbroek.

                    

                   

1933 – 1940

Brede dijken en nieuwe kaaimuren zorgen voor de bloei van de industrie langs het kanaal.

1945 – 1968

Met het verwijderen van enkele sluizen en enkele aanpassingswerken (o.m. afbreken middendeuren van de sluizen van Ruisbroek, Lot, Halle en Lembeek) valt het kanaal in zijn ‘definitieve plooi’. Schepen tot 1.350 ton kunnen nu heen en weer varen tussen Charleroi en Brussel. In Brussel en Vlaanderen gebeurt de doorvaart voor 1.350 ton schepen echter nog niet in de optimale vaaromstandigheden. 

Omwille van de regelmatige overstromingen in het Zennebekken worden aanpassingswerken uitgevoerd. De Samme en de Hain worden aangesloten op het kanaal en in Lembeek wordt een overstort gebouwd op de Zenne. Het overstort zorgt ervoor dat de grote wasdebieten van de Zenne overstromen naar het kanaal en zo Halle droog houden.

Jaren ’70

Met de aanpassingen van de bruggen op het Saincteletteplein worden de eerste stappen gezet richting verbreding van het kanaal in het Brussels Gewest.

Jaren ’70 – jaren ‘90

Onderzoek en studiewerk over de aanpassing van het kanaal op het Vlaamse en Brusselse deel.

Vanaf 2000

De vervoerde hoeveelheid goederen neemt een grote vlucht. In de richting van Charleroi worden vooral grondstoffen voor de metaalnijverheid vervoerd. Stroomafwaarts liggen vooral afgewerkte producten van de metaalindustrie en bouwmaterialen in de laadruimtes van de schepen. Ook het vervoer ‘over’ het kanaal neemt sterk toe.

2000-2014

Studie over de doortocht van het kanaal door Halle met onder meer de opstelling van een streefbeeld, de uitvoering van technische haalbaarheidsstudies en het onderzoek rond de mobiliteit in en rond Halle.

5 juni 2014

Ondertekening van het protocol tussen Waterwegen en Zeekanaal NV en de stad Halle over de opwaardering van het kanaal op het grondgebied van de stad Halle.

2015

In 2015 is een streefbeeldstudie opgestart voor de opwaardering van het kanaal op het grondgebied van de gemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Lot, Ruisbroek en Drogenbos.

Naar aanleiding van het protocol met de stad Halle is het startschot gegeven voor de opmaak van de ontwerpen van de nieuwe bruggen in Halle en de vervanging van de Zenneduiker die onder het kanaal doorsteekt.  Het milieuaspect wordt niet uit het oog verloren. Zo werd een studie uitgevoerd naar de milieueffecten van de uitvoering van het project van de verbreding en verdieping van het kanaal.